Een van mijn favoriete foto-onderwerpen is de Brouwersdam tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. Aan twee kanten water, prachtige wolkenluchten, er is altijd wat te zien en niemand staat je in de weg. Nergens in Nederland kun je met de auto zo dicht bij het strand komen. Ongeveer tien jaar geleden was ik daar toen er een kolossal zomeronweer aan kwam zetten. Een buitenkans!
Voor een weerfoto heb je veel beeldhoek nodig. Ik monteerde de grootste groothoek die ik destijds bezat, een 18 mm vastbrandpunt. De camera was een Nikon F100, uiteraard een full-frame.De zon kwam plaatselijk door de bewolking heen, links zie je Port Zelande, rechts het strand. De lichte plekken verschoven voortdurend van plaats, wat op zich al een boeiend onderwerp vormde. Ik werkte destijds deels nog analoog, deze opnames zijn dan ook dia’s (Velvia) ingescanned met een Nikon Coolscan IV. Het verklaart een gebrek aan dynamisch bereik (dichtgelopen zwarten) en ook een wat magere detailscherpte als je die vergelijkt met wat je tegenwoordig uit een camera kunt halen.
De resultaten waren niet onaardig, maar wel saai. Na een paar minuten wachten kwamen er wat kleurige skeeleraars in beeld . Dat gaf direct meer dynamiek. De Volkskrant plaatst bijvoorbeeld zelden een foto zonder passanten in beeld, zelfs wanneer die geen enkele relatie hebben tot het onderwerp. De suggestie werd gewekt dat de skeeleraars wegvluchten voor het naderend noodweer.
Na nog een paar minuten wachten begon het te regenen. Ik hoefde me maar een kwartslag te draaien om de regenboog in beeld te krijgen. Zo’n regenboog is in feite een cirkel waarvan het middelpunt op de denkbeeldige lijn ligt door de zon en de cameralens. Van die cirkel zie je alleen het deel boven de horizon; de rest is er wel maar verdwijnt in de voorgrond. Hoe hoger de stand van de zon deste kleiner de regenboog. Dat verklaart ook waarom je geen regenboog ziet wanneer de zon hoog (hoger dan 42 graden) aan de hemel staat
Een volledige regenboog heeft een hoek van 84 graden. Om hem er helemaal op te krijgen heb je een groothoeklens nodig met een brandpuntsafstand van ongeveer 20 mm. In veel gevallen steekt maar een deel van de regenboog boven de horizon uit en dan volstaat natuurlijk een kleinere groothoek. Mijn 18 mm was precies voldoende. Maar tegelijk was deze lens optisch gezien geen hoogvlieger. Onder meer vertoonde hij een stevige S-vormige distortie die maar heel lastig te coorigeren viel. Ik heb de horizon redelijk recht weten te krijgen maar de N57 op de voorgrond vertoont een merkwaardige bult die er in het echt niet is.
Wat zijn we in het digitale tijdperk verwend met dynamisch bereik en scherpte, en vooral met haast vertekeningsvrije ultra-groothoeken! Mijn 18 mm was destijds een kostbare zeldzaamheid, nu draait geen lenzenfabrikant zijn hand om voor een 14 mm, vaak ook nog in zoomuitvoering.